Twee maal kon een grote Cuyptentoonstelling niet doorgaan, eerst in 1940, omdat de Tweede Wereldoorlog uitbrak en vorig jaar, door de Coronapandemie. Nu zien we opnieuw uit naar dat evenement en hopen dat verdere rampen het museum en ons allen bespaard blijven. Tot nu toe staan alle seinen op groen. Achter de schermen gebeurt er van alles en regelmatig krijgen we via extra nieuwsbrieven aanvullende informatie. Het ziet ernaar uit dat de tentoonstelling zelf straks een feest van herkenning zal worden. Ik betrap mezelf erop dat ik overal het gouden licht van Cuyp meen te herkennen, zelfs als ik vanuit mijn eigen raam uitkijk over de rivier!

Ter voorbereiding ben ik maar vast weer eens naar de Cuypzaal in het museum geweest, om Turner te zien natuurlijk, maar ook om op de Cuyps uit onze eigen collectie te zoeken naar vroege versies van dat gouden licht. De schilderijen die daar hangen kennen we natuurlijk allemaal. Toch zie je met een nieuwe vraag in je hoofd ook weer nieuwe dingen. Aelbert mocht de achtergrond schilderen waar zijn vader nog de twee kinderen en het vee voor zijn rekening nam en ja hoor, een zweem van het gouden licht is daar al zichtbaar. Aan de andere muur hangen de rustende ruiters in een landschap. Aelbert blijkt heel goed ook de mensen en paarden te kunnen neerzetten, terwijl het landschap erachter je uitnodigt mee te reizen naar het goud in de verte.

Nog een dikke maand, dan mogen we! En laten we zoveel mogelijk mensen meenemen, weg met de kroon van Corona, nu een kroon op het werk van Cuyp en ons Dordrechts Museum!

Marijke van Vliet

afbeelding boven: Aelbert Cuyp-landschap met fluitspelende herder en vee

Meer kunst in beeld

Uitgelicht

‘Turner in Dordrecht’ in gesprek met Sander Paarlberg

Uitgelicht

Extra aandacht voor de landschappen van Alexander Wüst

Uitgelicht

Interview met Suzanne Harleman, projectleider tentoonstellingen DM