Schefferweetjes 2
Afbeelding: Portret van Cornelia Scheffer, geboren lamme, zelfportret - DM
De vorige keer richtten we onze blik op de vader van Ary Scheffer, vanzelfsprekend komt nu zijn moeder aan de beurt. Voor haar verhaal hebben we meer dan één aflevering nodig.Wat je ook van Cornelia Lamme (1769-1839) zou willen zeggen, haar leven was in elk geval nooit saai. Zij groeide in Dordrecht op als dochter van de landschaps- en behangselschilder Arie Lamme, die ook kopieën van het werk van Aelbert Cuyp maakte waarvoor veel belangstelling bestond. In de werkplaats van hun vader kregen Cornelia en haar broer al jong de beginselen van de schilderkunst mee en het zakelijk inzicht om er geld mee te verdienen. Daarnaast was vader Lamme een enthousiast aanhanger van de nieuwe patriotse ideeën die het land in rep en roer brachten. Boeken lezen, talen leren, het hoorde er allemaal bij in huize Lamme. In 1787 volgde de terugslag: de Pruisen vielen het land binnen om de stadhouder te steunen en met vele anderen vluchtte Arie Lamme met zijn gezin naar het buitenland. In 1789 konden zij weer terugkeren.
Haar huwelijk met Johan Bernard Scheffer deed al een groot beroep op Cornelia’s talenten: verhuizingen, de geboorte van zes kinderen, uiteindelijk in Den Haag in hofkringen terechtkomen…
er kwam heel veel op haar af. Na de dood van haar man kwam ze er alleen voor te staan, gelukkig wel met steun van haar broer Arnold, ook kunstenaar en veilingmeester. Haar zoon Ary stuurde zij naar Lille om zijn schildersopleiding te vervolgen. Dat betekende niet dat zij hem losliet. In een stroom van brieven bleef zij hem met goede raad en allerlei aanwijzingen bestoken. In 1811 trok zij met haar drie nog levende zonen naar Parijs, de hoofdstad van Napoleons keizerrijk en hét centrum van cultuur op dat moment, in de hoop daar de best mogelijke kansen voor haar kinderen te creëren. Zij vestigden zich in de wijk Saint Germain. Terwijl Napoleons wereld in de jaren erna instortte en in heel Europa mensen uit de brokstukken van hun bestaan
weer iets van hun leven probeerden te maken, bleef Cornelia ervan overtuigd dat Parijs de beste omgeving bleef voor een kunstenaarscarrière. Ze ging niet terug naar Dordrecht, ondanks de armoedige omstandigheden waarin ze verkeerde. Iedereen was immers arm, ook in Holland.