Schefferweetjes 5
In dit kwartaalbericht dat vooral gewijd is aan de Schefferprijs die dit jaar weer jonge kunstenaars in het zonnetje zet, is het passend om eens nader te kijken naar Ary Scheffer als leraar. Zijn eigen ouders hadden de opleiding van hun oudste zoon vanaf zijn prilste jeugd met zorg omgeven. Hij kreeg niet alleen het schilderen, maar ook het belang van een goede opleiding voor jonge kunstenaars met de paplepel ingegoten.
Het sprak voor hem vanzelf dat hij anderen met raad en daad bijstond, zodra hij maatschappelijk zelf zijn zaken op orde had. Hij schreef aanbevelingsbrieven voor jonge protegées en stelde zijn atelier gastvrij open voor een internationaal gezelschap van aspirant kunstenaars, waaronder ook een aantal neven uit Holland. In de catalogus bij de grote Scheffertentoonstelling (1995)in Dordrechts Museum staan meer dan honderd leerlingen genoemd, mannen zowel als vrouwen. Zij hoefden lang niet altijd te betalen voor hun lessen in het atelier en kregen veel ruimte om hun genres te kiezen. Begrijpelijk kwamen ze vaak op dezelfde thema’s uit die Scheffer zelf beoefende: portretten, religieuze en historische onderwerpen.
Afbeelding: 1833 princesse marie d ‘orleans_musee de la vie romantique-Ary Scheffer
Qua didactiek zetten Ary en zijn broer Henry de praktijk van hun eigen opleiding voort. Zij lieten hun hun leerlingen tekeningen en schilderijen kopiëren en kwamen na verloop van tijd langs om te kijken hoe ze vorderden en aanwijzingen te geven. Ary verzorgde ook lesbrieven, waarin hij hen aanmoedigde allereerst de werkelijkheid te bestuderen, maar vervolgens ernaar te streven die te overstijgen. Dat bestuderen van de werkelijkheid hield ook in tekenen naar model, inclusief naaktstudies. Bij het onderwijs aan de dochter van koning Louis Philippe stuitte dat op problemen. Prinses Marie had een zeer strenge gouvernante die als een Cerberus over haar waakte en onder geen voorwaarde toestond dat haar pupil naakt te zien kreeg of modellen die weinig verhullende kleding droegen. Als oefening kreeg de prinses vooral de opdracht kopieën maken van overdadig uitgedoste figuren. Ze kreeg er steeds minder zin in. Docent Ary zocht naar een alternatieve invalshoek en zette haar aan tot ruimtelijke vormgeving. Dat bleek een gouden greep, zowel docent als leerling konden tevreden zijn.
Afbeelding: Marie d’Orleans – Jeanne d’Arc pleurant à la vue d’un Anglais blessé 1834 Museum van Grenoble
Prinses Marie bleek er talent voor te hebben. Haar beelden, o.a. van Jeanne d’Arc spraken velen aan en zijn behalve in Dordrecht nog te vinden in musea in verschillende landen. De prinses kreeg natuurlijk les aan het hof, maar de andere leerlingen werkten in de ateliers van de Scheffers zelf. Er zijn verschillende getuigenissen overgeleverd, die steeds spreken van de gezellige werksfeer, maar ook van de orde en netheid die er heersten, zoals we ook zien op het schilderij dat Arie Lamme van het grote atelier maakte. Voor de meisjes en vrouwen met schilderambities, die niet werden toegelaten tot de Ecole des Beaux Arts waren de ateliers en de lessen van de Scheffers een unieke mogelijkheid om in een ontspannen sfeer hun talent te kunnen ontwikkelen, waar de gevestigde orde nog geen ruimte voor bood. De meeste mannelijke leerlingen studeerden wel aan de Ecole des Beaux Arts. Voor hen waren de Schefferlessen een aanvulling op hun opleiding.
Marijke van Vliet