Nader bekeken: Zaal 13
Afbeelding: René Daniëls – de geamuseerde muze 1983
Zonder ophef is op 24 juli een nieuwe tentoonstelling van start gegaan in zaal 13, de zaal waar veel mensen vooral doorheen lopen op weg naar een van de grote tentoonstellingen in de aanbouw erachter. Tot 10 januari brengt het museum hier een wisselende selectie uit de eigen collectie moderne en hedendaagse kunst. De aankondiging ervan op de website is op zijn minst intrigerend: de kunstenaars spelen met de dubbelzinnigheid en het raadselachtige van beeld en verkennen manieren waarop het brein informatie verwerkt. Nu vind ik moderne kunst eigenlijk altijd al raadselachtig en dubbelzinnig, maar ik heb het kijken ernaar nog nooit gebruikt om te verkennen hoe mijn brein informatie verwerkt. Mijn brein, want ik waag me niet aan een interpretatie hoe andermans brein, laat staan het brein werkt. Daar heb niet de juiste studie voor gevolgd. Op naar het museum dus, waar het heerlijk koel zal zijn op deze snikhete zomerdag.
En ja, zaal 13 is koel en heerlijk overzichtelijk klein. Ideaal voor deze expeditie. Ik begin met Daan van Golden, die zich heeft laten inspireren door pakpapier om er een vrouwelijk naakt op te tekenen. Hmm, denk ik, en associeer met de bekende cartoon over Freud, What’s on a man’s mind. Misschien moet ik wel vooral denken aan het brein van de maker en niet dat van de kijker. Dan Lucebert, een groep van elf kleine werken, waarvan slechts twee een titel hebben meegekregen. Hier is een kunstenaar die niets op heeft met luie museumbezoekers, ze moeten aan het werk. Zowel bij “Eet!” als bij “Beledigde” kan ik goed begrijpen wat Lucebert bedoelde en dus oefen ik op de rest met het zelf bedenken van titels. Als u gaat kijken, herkent u dan ook mijn verzinsels “Smeltende sneeuwpoppen” en “Pinokkio”?
Wat een leuke manier is dit om door een tentoonstelling te lopen en met nieuwe ogen ook naar bekende werken als die van een aantal Schefferwinnaars te kijken. Het brein van Joost Krijnen lijkt hem telkens te ontsnappen, zodat hij voortdurend opnieuw moet beginnen. Frank Ammerlaan probeert het materiaal te laten spreken en als je goed kijkt, zie je ineens jezelf, met Kim van Norren op de achtergrond.
Het meest raakt me La muse amusée van René Daniels, misschien wel omdat het door het licht dat van boven valt telkens van kleurintensiteit lijkt te wisselen. De schilder zet zijn muze voor zich om haar portret te maken, maar werkende weg raakt hij zo geobsedeerd door haar pretogen, dat die genoeg zijn. De rest van het gezicht verdwijnt in een gouden licht.
Ik heb een heerlijke koele middag gehad en ben benieuwd naar uw reactie op Zaal 13!
Marijke van Vliet