In de opvatting van de Nederlandse kunsthistorici van de twintigste eeuw eindigde de Gouden Eeuw van de Nederlandse schilderkunst in 1675.

Daarna zagen zij weinig echte talenten en ook wie goed kon schilderen was toch te zeer onder de invloed van de internationale en dus Franse mode geraakt om nog als echt ‘Hollands’ en dus als goed te kunnen worden beschouwd.

De waardering voor het werk van de late 17e-eeuwse en vroeg 18e –eeuwse schilders is inmiddels weer aan het toenemen. Godefridus Schalcken en Nicolaas Verkolje hebben al eigen tentoonstellingen gehad en het werk van Adriaen van der Werff, Arnold Boonen, Gerard Hoet en Gerard de Lairesse komt uit de depots te voorschijn.

Tien jaar geleden markeerde de tentoonstelling ‘De kroon op het werk’ in het Dordrechts Museum het begin van de herwaardering. We zullen hun werk gaan bekijken in het licht van de belangstelling van de verzamelaars van toen en van hun rol in de veranderende interieurs van de huizen van adel en regenten. Aanmelden via Dordrechts Museum, Kosten € 5, – , lezing 14.30 – 15.15 uur